Labels

donderdag 29 oktober 2015

Een lied aanleren

De derde opdracht voor muziek is om een les voor te bereiden om een lied aan te leren voor kinderen in de bovenbouw. Ik heb de les voorbereid maar niet gegeven. De lesvoorbereiding moest worden gemaakt volgens het OMOKVAR-model. (Ontwerp, Muzikale Opening, Kern, Verwerking, Afsluiting en Reflectie) Tevens moesten we het nummer zelf zingen en toevoegen aan ons weblog.

Het lied waar ik voor heb gekozen is: 'A boat to cross the ferry' op bladzijde 226 van Eigenwijs. Dit is voornamelijk omdat ik niet goed kan zingen en het ook wel een enorme uitdaging vind om een nummer te zingen op de juiste toonhoogte, omdat ik bijna geen ervaring heb met zingen en een mooie diepe basstem heb terwijl kinderen natuurlijk een veel hogere stem hebben.

De tekst van het nummer:
A boat, a boat to cross the ferry;
we'll float and sing and all be merry,
we'll float and sing and all be merry.


Hier volgt mijn lesvoorbereiding in GLVF 1:

Hier volgt de opname waarin ik het nummer zing: (video)


Bronnen:
1: Auteur: nvt, Co-auteur: Van der Lei, G. & Noordam, L. (2010). Eigenwijs (2e versie, 2e druk).
Born: Stichting ter bevordering van Muzikale Vorming.
2: Tony van Veen, (2015, 29 oktober). "Tony zingt: 'A boat to cross the ferry'" [Videobestand].
geraadpleegd op 29 oktober 2015. van: https://www.youtube.com/watch?v=R_IzZrBZCAQ&feature=youtu.be

Een Luisteropdracht

De tweede opdracht voor muziek is om een luisteropdracht te maken voor de bovenbouw op basis van het stappenplan op bladzijde 137 van het boek Nieuw geluid. Ik heb gekozen voor een coöperatieve klassikale werkvorm, namelijk de klas werkt in groepjes en er wordt klassikaal nabesproken hierdoor kunnen de kinderen van elkaar leren.

Het muziekstuk dat ik gebruik voor de luisteropdrachten is: Ride of the Valkyries van Richard Wagner.

Voor de introductie kom ik verkleed als Richard Wagner de klas binnen. De kinderen mogen gaan raden wie ik ben of misschien beter wat voor persoon in de muziekwereld ik ben. Als een kind het raad vraag ik: wat doet een componist? Welke componisten ken je? Mochten de kinderen neit hebben geraden wie/wat ik ben dan vertel wie ik ben en dat we naar een muziekstuk van 'mij' gaan luisteren aan de hand van een aantal luistervragen.

Voor we gaan luisteren deel ik de klas in drie groepen, iedere groep krijgt een eigen vraag. Hier zou ik dus eventueel de kinderen kunnen vragen welke opdracht ze het leukst vinden, dan mogen ze die opdracht gaan uitvoeren. Let hierbij op dat de kinderen duidelijk word gemaakt dat alle keuzes goed zijn. Elke groep krijgt een vraag die op een ander aspect van het KVB-model. Voor ik de opdrachten aan de groepen geef leg ik uit dat ze tijdens het luisteren eerst zelf hun observaties moeten opschrijven Hierna zal ik de luisteropdracht per groep weergeven en toelichten.

Groep 1: Welke instrumenten hoor je?
Bij deze luisteropdracht komt het component klank aanbod van het KVB-model. De kinderen luisteren zelfstandig naar het muziekstuk en noteren de gehoorde instrumenten daarna gaan ze samen met hun groepje overleggen en maken ze samen een totale lijst van alle die ze samen hebben gehoord. Dit stimuleert de analytische luisterstijl bij de kinderen en leren ze wat voor geluid bepaalde instrumenten maken.

Groep 2: Uit hoeveel delen bestaat het muziekstuk?
Bij deze luisteropdracht komt het component vorm aanbod van het KVB-model. De kinderen luisteren zelfstandig naar het muziekstuk en noteren met een lettersysteem uit hoeveel delen het muziekstuk bestaat hierna gaan ze samen met hun groepje overleggen uit hoeveel delen het muziek stuk bestaat en dit noteren op een groot blad. Ook deze opdracht stimuleert de analytische luisterstijl bij de kinderen.

Groep 3: Wat voor verhaal zie je voor je bij dit muziekstuk?
Bij deze luisteropdracht komt het component betekenis aanbod van het KVB-model. De kinderen gaan terwijl ze naar het muziekstuk luisteren zich bewegen naar de muziek, oftewel ze reageren motorisch op muziek. Deze groep mag vooraan de klas komen staan en gaan zelf bewegen op de muziek, als ze willen mogen ze samen dezelfde beweging maken. Dit stimuleert de analytische en motorische luisterstijlen bij de kinderen.

Voor de nabespreking mogen groepen 1 en 2 hun resultaten voor de klas presenteren. Hierbij legt groep 1 uit hoe ze samen zijn uitgekomen op de totale lijst met instrumenten die ze samen hebben gehoord. Groep 2 presenteert een blad met waar op staat uit hoeveel delen zij gehoord hebben dat het muziekstuk bestaat en leggen uit hoe ze tot die conclusie zijn gekomen. Groep 3 heeft natuurlijk al zijn danskunsten laten zien voor de klas maar mogen dit nogmaals doen onder begeleiding van de muziek indien de groep dat graag zou willen.
Voor de afsluiting gaan we met de hele klas praten over de les. Ik stel vragen aan de hele klas en de kinderen mogen individueel reageren als ze dat willen. De vragen zijn:

  • Wat vond je moeilijk?
  • Wat vond je leuk?
  • Waar had je moeite mee?
Als laatste mogen ze zelf nog vragen opperen als ze willen weten of klasgenoten misschien ook iets hadden ervaren net zoals zijzelf.

Ik heb mijn een vriendin naar de opdracht laten kijken. hieruit kwam de volgende feedback: Misschien is het fijner voor de kinderen als je ze een keuze geeft om te kiezen in welk groepje ze willen, dus welke opdracht ze willen gaan doen. Deze feedback heb ik verwerkt en daardoor de opdracht aangepast.

Bronnen:
1: Roeland Vrolijk, (2013). Nieuw Geluid. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.
2: TheWickedNorth. (2008, 20 november). "Richard Wagner: Ride of the Valkyries" [Videobestand]. Geraadpleegd op 29 oktober 2015, van https://www.youtube.com/watch?v=GGU1P6lBW6Q

donderdag 22 oktober 2015

Een grafische partituur

De eerste opdracht voor Muziek is om een grafische partituur te maken.
Een grafische partituur is een vorm van muzieknotatie die niet gebruik maakt van noten, maar afbeeldingen of tekens. Deze vorm van muzieknotatie kun je gebruiken om kinderen zelf een muzikale betekenis te leren geven aan afbeeldingen en tekens of ze een deel van een lied aan te leren die misschien erg ingewikkeld in elkaar zit. Voor mijn grafische partituur heb ik gebruikt gemaakt van tekens, hierdoor kunnen de kinderen zelf verzinnen wat voor geluid ze willen koppelen aan elk teken. Hieronder heb ik mijn grafische partituur weergegeven met een foto.


Deze grafische partituur voldoet aan het KVB-model. De verschillende soorten tekens geven aan dat er variatie en contrast zijn. De verschillende hoogtes van de tekens geven aan dat er een hoogte verschil is tussen de tekens. Dat er telkens een interval is de tekens in laat zien dat er een bepaald ritme hoort bij de groepen tekens. Juist omdat ik gebruik heb gemaakt van tekens kunnen de kinderen zelf geluidsassociaties maken bij de verschillende tekens.

Als les voor stemoefeningen zou ik de klas verdelen in vijf groepjes genummerd een tot en met vijf. Ieder groepje krijgt een kopie van de grafische partituur en zal in overleg vijf minuten de tijd krijgen om geluiden te verzinnen bij de tekens. Daarna krijgen de groepjes nog eens vijf minuten om hun reeks geluiden te oefenen als groepje. Als alle groepjes hebben geoefend gaan we een muziekstuk maken waarin we de vijf regels van de groepjes gebruiken. Ik wijs elk groepje op hun beurt aan zodra ze mogen beginnen en zo krijgen we een presentatie van het muziekstuk van de klas.

maandag 19 oktober 2015

Het Monster van Loch Ness

Tijdens de tweede bijeenkomst van Beeldend kregen we de opdracht om het monster van Loch Ness vorm te geven op een ansichtkaart. Dit wezen moest je baseren op dieren die je kent uit de werkelijkheid of hun monsterachtige kenmerken. Bij waren dat de, Komodovaraan, Krokodil, Emoe, Stermol en de gordeldier. Op basis van de monsterachtige kwaliteiten van deze dieren heb ik mij laten inspireren voor mijn Loch Ness monster.

Hieronder zal ik de componenten van het reflectieformulier aanhalen en de beschrijving eronder zetten.


Betekenis:
Ik ben aardig bekend met de legende rond het monster van Loch Ness, heb er zelfs de bekende 'documentaires' op de Discovery Channel. Een groot monster dat in een meer woont maar zich toch nooit laat zien is immers enorm interessant! Ik heb een schubbig monster gemaakt die zeer boos kijkt en zich diep onder water beweegt, Dit waren mijn persoonlijke vereisten voor het enge monster dat je moest creëren voor de opdracht.

vorm:
Om een duidelijk eng en groot monster te kunnen weergeven heb ik als eerste gebruik gemaakt van de techniek afsnijden om het beeldaspect te creëren dat het een enorm monster is. Je ziet namelijk maar een gedeelte van het monster en dat vult dan weer bijna het hele plaatje. Daarnaast heb ik geprobeerd het monster op de ansichtkaart in een enge situatie weer te geven door hem van boven te belichten waardoor het lijkt dat het monster zich diep onderwater bevind. (Ik zal de details aangeven in de beschrijving onder de foto's bij het component: onderzoek.)

Materie:
Ik heb gewerkt met dun papier voor de schets en een stuk dikker papier voor het eindproduct.
Voor het bewerken van het papier heb ik Oost-Indische inkt en Ecoline gebruikt, ik heb een satéprikker, kroontjespen en een rietpen gebruikt om de OI inkt aan te brengen. Voor de Ecoline heb ik gebruik gemaakt van een normaal penseel. OI inkt voor het monster zelf en details zoals de schubben en de vinnen. Ecoline heb ik gebruikt voor de achtergrond. Daarnaast had ik een blaadje liggen om de OI inkt te kunnen aanlengen met water zodat ik er een lichtere kleur van kon maken.
Dit leek mij voldoende om mee te werken voor deze opdracht.

Beschouwing:
Veel van de foto's van de presentatie van Gerard Braakhuis hebben invloed gehad op hoe mijn monster vorm heeft gekregen, maar de basis kwam vanuit de vijf dieren die ik had uitgezocht op hun monsterachtige kenmerken. Fijn waren de voorbeelden van Gerard's instructie voor het gebruik van OI inkt en Ecoline, hierdoor kreeg ik een goed idee van wat voor technieken ik kon gebruiken voor de vormgeving van mijn monster. De belichting, schaduw en de dunne en dikke lijnen. (Ik zal de details aangeven in de beschrijving onder de foto's bij het component: onderzoek.)

Werkwijze:
Ik had nog nooit met deze technieken gewerkt, wel heb ik lang geleden eens met OI inkt en Ecoline gewerkt. Ik was zeer verrast over hoeveel verschillende technieken je kunt toepassen met alle materialen die bij de opdracht hoorden. Tevens was ik verbaast over hoe je iets simpels zoals een satéprikker kunt gebruiken om mooie, dunne lijnen aan te brengen met OI inkt op papier. Ik vond het erg lastig om met de Ecoline binnen de lijnen van de ansichtkaart te blijven, ook was het voor mij best moeilijk om de vlakken netjes te kunnen invullen met OI inkt. 

Onderzoek:
Bij dit component zal ik alle andere componenten verwerken in de beschrijvingen bij de foto's, mocht ik dit nog niet bij de beschrijving van het component hebben weergegeven.
Om te beginnen heb ik een grote schets gemaakt van mijn monster. Hierop kon ik in grotere vorm de details verzinnen en vormgeven die ik op mijn ansichtkaart wilde hebben om het monster echt eng te laten overkomen. Hierbij heb ik gebruik gemaakt van het beeldaspect 'afsnijden' om het monster groter te laten lijken door maar een klein stuk ervan groot weer te geven. Verder heb ik scherpe tanden en een oog dat boos kijkt geschetst. Als laatste heb ik een scherpe sik onder de kin aangebracht om het monster imposanter te laten lijken.

Hier zie je de eerste en grootste lijnen van het monster. Hier zie je duidelijk dat ik maar een gedeelte van het monster heb weergegeven om het hierdoor groter te laten lijken, maar wel ruimte over te laten om later nog een achtergrond er bij te kunnen plaatsen. Ook heb ik de sik groter gemaakt omdat ik de kleiner versie niet imposant genoeg vond.

Hier heb ik de rand rondom de ogen donkerder gemaakt om de boze blik nog duidelijker te maken. De schubben laten het lijken dat dit monster zich snel onder water kan bewegen en dat het je dus snel kan pakken om je naar de bodem te slepen, waar de scherpe tanden je aan stukken kunnen scheuren. De grote donkere vinnen op zijn hoofd laten hem ook eng overkomen.

Hier heb ik een schaduw effect toegevoegd waardoor het lijkt alsof de zon van bovenaf op het monster schijnt en hij zich dus dieper in het water beweegt. De grijns van het monster lijkt hierdoor ook wel ineens boosaardig te worden. De kleur verschillen heb ik aangebracht door de OI inkt te verdunnen met water en dan in een steeds lichtere kleur aan te brengen over de schubben heen, hierdoor zie je al duidelijker dat het monster zich onderwater bevindt.

Uiteindelijk zie je hier het eindproduct.
Hier heb ik de Ecoline aangebracht eerst door het deel van het papier nat te maken waar ik de Ecoline wilde hebben om daarna pas de Ecoline zelf aan te brengen, Dit heb ik aangebracht met een penseel en door deze ook golvend over het papier te laten gaan. De donkerblauwe kleur heb ik gemaakt door er rode Ecoline aan toe te voegen. Dit laat zien dat het monster van boven wordt belicht en dat zijn grote lichaam, ook al zie je die niet helemaal, een donkere schaduw werpt op het water onder hem.

Ik vind dit een geslaagde opdracht. Ik heb een eng monster kunnen verzinnen en deze ook goed kunnen weergeven op een enge manier. De kleurverschillen en het licht/schaduw effect maakt dit duidelijk.

Als laatste wil ik zeggen dat ik mij niks kan bedenken dat ik graag beter had kunnen doen, omdat ik zo tevreden ben met het resultaat en dus van mening ben dat ik de opdracht goed heb kunnen vertalen op papier in het eindproduct.

donderdag 15 oktober 2015

De Bozbezbozzel (in samenwerking met Laura Koedam)

De derde opdracht van beeldend was de Bozbezbozzel.

Ik heb deze opdracht samen met Laura Koedam gemaakt.

Voor deze opdracht moesten plaatjes opzoeken van dieren om hiermee een nieuw mythologisch wezen bedenken. Niet alleen moesten we het wezen een naam geven maar ook eigenschappen. De eigenschappen van ons wezen zijn: Hij is een bodembewoner en kan zich snel voortbewegen door zijn aerodynamische lichaam. Wij wilden hem Tim noemen, maar Gerard gaf aan dat deze naam niet echt aansloot bij zijn eigenschappen. Vandaar dat wij tot de naam kwamen: Tim de Krokodilliraptor. Wij hebben voor de volgende dieren gekozen als standaard voor ons mythologisch wezen: een vis, een krokodil en een slang.



Hieronder zullen wij de componenten van het reflectieformulier aanhalen en de beschrijving eronder zetten.

Betekenis:
Wij hebben de drie dieren gebruikt als voorbeeld en hebben overlegd welk onderdeel van welk dier geschikt zou zijn voor het maken van een mythologisch wezen. Hiervoor hebben wij gekozen voor de kop van een vis, het lichaam van een krokodil en de staart van een slang. Dit staat duidelijk aangegeven op de schets van ons mythologisch wezen. Laura was niet zo gefascineerd met mythologische wezens, maar was wel bekend met het onderwerp uit de verhalen van Harry Potter.
Ikzelf ben wel gefascineerd met mythologische wezens en vind ook dat ze mooi mogen zijn maar zeker ook angstaanjagend en zelfs lelijk. Hierdoor kwamen we uit op het ontwerp van een dier wat mooi en slank kon zijn maar ook voor een gedeelte best lelijk kon zijn.

Vorm:
Voor de opdracht moesten we het wezen in driedimensionale vorm weergeven. Dit hebben wij bereikt door sommige onderdelen zoals de platen van het lichaam dubbel te maken en daarmee breedte en hoogte te verwerken in het wezen. Verder hebben wij lengte verwerkt in ons wezen door de ringen karton van de staart in elkaar te steken en zo een realistisch lijkende staart te creëren. Daarnaast mochten we in deze opdracht geen lijm of plak gebruiken, als reactie hierop hebben wij ervoor gekozen om het karton in elkaar te steken met verschillende technieken. Voor de staart hebben wij het karton ingesneden om met zichzelf te verbinden en er een cirkel van te kunnen maken. Deze ringen zijn ook weer ingesneden om ze aan elkaar te kunnen verbinden. Voor het lichaam hebben wij aan de onderkant er strepen uitgesneden zodat daar weer de basis van de voeten in konden steken. door zorgde voor de nodige stevigheid en creëerde dus ook de benodigde driedimensionale vorm.
De laatste eis die was gesteld aan de Bozbezbozzel was dat we een duidelijke huis moesten maken. Dit hebben we gedaan door driehoekige schubben te maken die uitsteken, hierdoor zijn ze duidelijk te zien.

Materie:
De schets is gemaakt met potlood. Het lichaam is gemaakt van grijs karton. Voor de staart en de huid hebben we gekozen om met zwart en wit karton te werken.  Voor het insnijden hebben we gebruik gemaakt van een stanleymes en een plaat om op te snijden langs een liniaal. We vonden het erg leuk en uitdagend om met het karton te werken. Het lastige was om mooie ronde vormen te maken met dit materiaal. We hadden graag met lijm of plak willen werken zodat we een nog mooier product hadden kunnen maken.

Beschouwing:
Als inspiratie kregen we van Gerard Braakhuis een presentatie over welke mythische wezens er bestaan. Deze presentatie met het technisch voorbeeld van Gerard gaf ons inspiratie over welke technieken we konden gebruiken voor het presenteren van de uitstraling van ons wezen en hoe wij dat konden weergeven. De slangenstaart laat zien dat hij zich snel onder water kan bewegen. Aan de poten kun je zien dat het een bodembewoner is en de vissenkop laat zien dat het wezen onder water leeft. (Bestaan ze nou werkelijk of niet?) De inspiratie voor ons wezen kwam uit een foto van een vis, een krokodil en een slang.

Werkwijze:
Ik heb zelf in het verleden wel met karton gewerkt en ook met stanleymessen, maar heb nog nooit deze technieken toegepast op het materiaal. Laura heeft al eens eerder met karton gewerkt en een van de technieken, namelijk de inschuif-techniek tijdens tijdens handvaardigheid op de middelbare school. Het was lastig om de technieken zo te combineren dat ons wezen als een geheel in elkaar zou blijven.

Onderzoek:

We zijn begonnen met het opschrijven van eigenschappen en ons wezen een naam te geven. Daarna hebben we een schets gemaakt van hoe ons wezen er uit zou komen te zien en welk dier inspiratie was voor welk gedeelte van het wezen.
We hebben gebruik gemaakt van: 
een snijplaat, om op te snijden. 
een stanleymes, om het grove/dikke karton mee te snijden.
 een afbreekmes, voor de dunnere stukken karton en het fijnere/kleinere werk.
 een liniaal, om veilig langs te snijden en voor rechte lijnen.
Ter voorbereiding van de staart en de huid hebben we een aantal stroken karton van dezelfde dikte en afmetingen in zwart en wit gesneden. Dit vormde de basis voor de ringen van de staart en de delen van de huid.
Vervolgens zijn we aan de slag gegaan met het insnijden van het karton om de ringen te vormen. We hebben de ringen eerst 1 voor 1 gemaakt, de ringen aan de basis van de staart zijn net iets groter dan de ringen aan het einde hiervan. Pas daarna hebben we ze aan elkaar verbonden zodat er een lange staart ontstond. 
 Voor de punt van de staart hebben we gekozen voor een kruisvormig einde. Dit eindstuk moet laten zien dat het wezen hiermee zich snel en makkelijk kan voortbewegen onder water. De afwisseling van kleuren is om te laten zien dat de staart uit onderling verbonden ringen bestaat.
 Hier zie je de staart compleet. De vorm hebben we alvast aangegeven om te laten zien dat het wezen op zijn poten staat, maar de staart zeker belangrijk is voor de aerodynamische eigenschappen van het wezen.
 Op deze foto zie je een van de platen van het lichaam en de kop die er aan vast zit. Aan de vorm van deze plaat kun je zien dat het wezen het hoofd van een vis heeft. Later laten wij zien hoe we aangeven dat het lichaam van een krokodil erin is verwerkt Platen gebruiken was een eis aan de vorm van het lichaam. Dit dikke karton hebben we gebruikt als stevige basis voor ons wezen.
 Om de vereiste diepte aan te geven in ons wezen hebben we ervoor gekozen om twee platen te gebruiken voor de basis van het lichaam. 
 Hier is al duidelijk weergegeven dat wij schubben hebben gebruikt om te laten zien wat voor huid ons wezen heeft. De huid heeft opstaande stekels als schubben waardoor deze ruw aanvoelt. De poten verbinden de twee platen van het lichaam waarmee een stevige basis is gemaakt.
 Hier zie je duidelijk dat het wezen poten heeft, dit hebben we gedaan om duidelijk te maken dat het een bodembewoner is. Een krokodil heeft ook dit soort poten. De vissenkop wordt hier weer duidelijker het gebruik van de driedimensionale vorm en het toevoegen van de ogen.
 De staart komt vast te zitten aan de achterkant van het lichaam. Hier stopt het lichaam van de krokodil en begint de slangenstaart. Een krokodillenstaart is namelijk net zo ruw en schubbig als zijn lichaam is, de staart van een slang is daarentegen glad.
 Nu is de krokodilliraptor compleet!
Zijn staart laat nu echt zien dat hij zich snel kan bewegen onder water, deze is namelijk groot, lang en krachtig.
Aangenaam, dit is Tim de Krokodilliraptor.

Ikzelf was heel erg blij met hoe de staart uiteindelijk vorm heeft gekregen, dit bleek een aardige uitdaging te zijn voor mij. Omdat de staart eruit ziet alsof hij kan bewegen en zeer krachtig is.
Laura vindt de uitkomst van het mythologisch wezen zeer geslaagd en dat de schubben goed gelukt zijn, omdat je voelt hoe ruw de huid is. Het koste namelijk veel werk om al die driehoekjes uit te snijden en ze vervolgens om te buigen.

Er waren echter een paar punten ie beter konden. Als eerste de mond, we hebben namelijk niet een manier gevonden om de mond af te kunnen sluiten. Dit had de kop er beter uit kunnen laten zien. Tevens hadden we de vorm van het lichaam beter moeten laten aansluiten op de vorm en grootte van de staart.

donderdag 1 oktober 2015

Stadspark in herfstsfeer

Opdracht omschrijving:
Stadspark in herfstsfeer te schilderen met plakkaatverf.

Hieronder zal ik de componenten van het reflectieformulier aanhalen en de beschrijving eronder zetten.



Betekenis:
Ik heb mijzelf een mooi stadspark voorgesteld en op basis van de instructievideo over perspectief op kunstmeester een schets gemaakt van een stadspark in perspectief in een herfstsfeer. Daarna heb ik deze schets verwerkt tot het schilderij. Ik vind parken zelf heel mooi en wandel ook graag in parken.
Vandaar dat het pad zo centraal staat in mijn schilderij. Bomen zijn natuurlijk erg belangrijk voor park gezien zij naar mijn gevoel de sfeer bepalen en je het gevoel kunnen geven dat je even niet in de stad bent.

Vorm:
De schets en het schilderwerk zijn beiden in perspectief gemaakt. Dit wordt duidelijk gemaakt doordat er een grondlijn en horizonlijn in zijn verwerkt. Dit maakt dat de bomen die vooraan staan dus groot zijn en achterin dus klein lijken terwijl ze feitelijk even groot kunnen zijn. Door schaduw te gebruiken geef je het schilderij ook weer diepte. Tevens wordt alles wat lichter van kleur naarmate het zich steeds verder naar de horizonlijn bevindt, dit is ook bedoeld om diepte aan het schilderij te geven.

Materie:
De schets heb ik gemaakt met potlood en later ingekleurd met kleurpotloden om al aan te geven welke kleurschema's ik wilde gaan gebruiken in mijn schilderij. Voor het schilderen heb ik gebruik gemaakt van meerdere penselen van verschillende formaten, plakkaatverf en acrylverf in verschillende kleuren, een potje met water en papieren handdoekjes om mijn kwast aan af te vegen.

Beschouwing:
Voor inspiratie heb ik de instructievideo van kunstmeester gebruikt en een foto van een boslaan.
Op basis daarvan heb ik een schets gemaakt en deze ook ingekleurd zodat ik alvast inzicht kon krijgen op de kleuren die ik wou gaan gebruiken, Dit inspireerde mij om het begin van de herfst weer te geven. Wanneer er veel bladeren nog in de boom hangen, maar er ook al bladeren op de grond liggen, Dit geeft een groter contrast tussen het groene gras en het bruine, rode, gele van de bladeren en bomen. Tenslotte heb ik de lucht wat donkerder gemaakt om trouwer te zijn aan de herfst, eerst had ik het gevoel met de licht blauwe heldere lucht het teveel leek op zomer. Als laatste heb ik daarom nog wolken toegevoegd om het beeld compleet te maken.

Werkwijze:
Ik had nog niet eerder, zeker in recente geschiedenis met dit materiaal gewerkt.
De technieken die ik heb gebruikt in het maken van dit schilderij waren nieuw voor mij.
Ondanks dat ik veel tijd heb doorgebracht in parken en de natuur had ik nog nooit op deze manier gekeken hoe het nou komt dat het er zo mooi uit ziet. Het contrast van de kleuren, schaduwen en de diepte.

Onderzoek:
Helaas was ik zo diep geconcentreerd bezig met het maken van dit schilderwerk dat ik niet , naar eigen gevoel, genoeg heb gemaakt van de verschillende stadia van mijn schilderwerk. Dit geeft echter wel aan met hoeveel plezier ik deze opdracht heb gemaakt


Eerst heb ik de schets gemaakt met potlood, daarna heb ik deze ingekleurd om het voor mij zelf duidelijk te maken hoe ik de kleuren moest gebruiken om de herfst sfeer duidelijk te maken.
 Ik wou het belang van het pad duidelijk maken door deze een hoog contrast te geven met de anders kleurrijke omgeving van het park. Hier waren de bomen naar mijn idee nog te licht van kleur op dit moment, vandaar dat ik ze donkerder heb gemaakt voor een beter herfstsfeer.
Ik kreeg van Gerard de tip dat alles wat zich meer richting de achtergrond bevindt lichter te maken, hierdoor lijkt het zich verder weg te bevinden. De dichtstbijzijnde boom heb ik groter gemaakt door hem eigenlijk door de hemel te laten breken, hierdoor lijkt het nog meer alsof de boom bijna recht voor je staat.
 Helaas krijg ik dit plaatje niet op de juiste houding in mijn blog. Hier zie je al duidelijker dat ik lichtere kleuren heb gebruikt voor diepte en contrast in het schilderij. Hier heb ik knoesten op de bomen geschilderd voor een wat meer realistische boom. 
Hier heb ik alle linker kant van alle bomen donkerder gemaakt om een schaduweffect te creëren. Tevens heb ik wolken toegevoegd om de herfstsfeer meer naar voren te laten komen. 
Na het toevoegen van wat meer wolken heb ik het gras aan de linker kant wat donkerder gemaakt om iets meer contrast te geven aan al het groen op het schilderwerk. Alsof een grote wolk op dat vlak even een grote schaduw wierp zoals karakteristiek is tijdens dit seizoen. De hemel heb ik donkerblauw gemaakt om aan te geven dat het toch echt herfst is, lichtblauw deed het naar mijn gevoel teveel op de zomer lijken.
Hier zie je ook wat duidelijker dat ik de bladeren die op grond liggen wat donkerdere kleuren hebben. Dit is zodat je ziet dat ze er al eventjes liggen en verder zijn vergaan dan de bladeren die nog aan de bomen hangen. 
Het uiteindelijke beeld dat wordt geschetst is een stadspark in herfstsfeer!

Ik ben van mening dat dit een zeer geslaagde poging was om een stadspark in herfstsfeer weer te geven. Het is een mooie weergave van het park wat ik in gedachte had. het lijkt als je je niet in de stad bevindt terwijl het toch zo is. Tevens is de herfstsfeer goed weergegeven door de verkleurde bladeren, paddenstoelen en de donkerblauwe lucht met wolken.

Wat ik graag beter had willen weergeven waren de bomen, hierbij had ik de stammen veel langer gemaakt dan uiteindelijk mooi bleek te zijn. dit was een beetje te bedekken met de het donkere bladerdek van de bomen, maar toch had is dit een les voor de volgende keer.

Deze opdracht heb ik verwerkt tot een lesvoorbereiding.
Hieronder weergegeven. (klik erop om het plaatje te vergroten)


vrijdag 4 september 2015

Welkom op mijn Blog

Als pabo-student zal ik mij ontwikkelen tot meester in het basisonderwijs.
Op dit Blog zal ik mijn ontwikkeling weergeven door middel van beroepsproducten voor onder andere de onderwijseenheid Kunstvaardig.

Ik hoop dat jullie mijn Blog met veel plezier zullen bezoeken en dat dan ook zullen blijven doen naarmate ik er steeds meer materiaal op plaats.

Met vriendelijke groet,
Meester Tony